In Nederland is er geen begrenzing aan de hoeveelheid energie die een luchtbuks mag afgeven. Hoe meer energie hoe hoger de snelheid van de pellet. De mondingssnelheid van 250 m/s tot zo’n 300 m/s voor dergelijke buksen is afgestemd op normale loden pellets. Het kan leuk zijn om te experimenteren met verschillende soorten pellets. Door te kiezen voor lichtere kogels kan de mondingssnelheid nog worden verhoogd naar meer dan 330 m/s. Kogels die sneller dan het geluid (supersonisch) gaan geven ook een flinke knal. Realiseer je dat de kogelbaan instabiel wordt als je in de buurt van de geluidsnelheid komt.
Het geluid van een luchtbuks kan heftig zijn en is verontrustend. Mensen en dieren kunnen schrikken van de knal. De meeste persluchtbuksen zijn of kunnen worden voorzien van een geluiddemper. Het mechanisme van een persluchtbuks maakt nauwelijks geluid en als je de knal van de ontsnappende lucht bij de monding kunt dempen dan wordt de buks fluisterstil. De pellet verlaat dan de loop met een “plop”. Voor persluchtbuksen zijn verschillende soorten dempers beschikbaar. Deze kunnen op de loop worden geschroefd. De laatste jaren zie je ook dat luchtbuksen van de fabriek af worden voorzien van een demper. Soms is deze weggewerkt in een soort omhulsel rond de loop.
Het principe van een demper is dat de pellet door een serie van kamers wordt geleid. De overdruk achter de kogel krijgt de ruimte en kan na vertrek van de pellet rustig uitstromen. De herhaling van kamers maakt dat de afnemende druk over de kamers wordt verdeeld en de aandrijflucht geleidelijk uitstroomt.
Erfschutters moeten rekening houden met dieren op het erf en in de stallen. Voor de achtertuinschutter is het belangrijk om geen overlast te veroorzaken. Als mensen of dieren in de buurt het geluid van de schoten kunnen horen doe je er verstandig aan om daarmee rekening te houden. Het lawaai van luchtbuksen is een factor bij de keuze van je luchtbuks. Als je buren hebt of je mede-gezinsleden wilt ontzien dan is een demper aan te bevelen.
Geluiddempers worden niet vaak bij veerbuksen toegepast. Dat is logisch omdat deze springers van zichzelf al lawaai maken. Duurdere en stillere veerbuksen (met onder- of zij-spanner) kunnen vaak wel worden voorzien van een demper.