Een goede optische richtkijker voor een luchtbuks is speciaal gemaakt voor de afstanden waarop geschoten gaat worden. Dat is van 10 meter tot maximaal 100 meter. Het onderscheid met normale richtkijkers is dat het zichtbare veld breder is dan dat voor vuurwapens. Hiernaast is een scope van Hawke; de Airmax EV 3-9×40 AO (Map 6) weergegeven. Dit is een goede richtkijker speciaal gemaakt voor luchtbuksen, van een gerenommeerd merk en voor een goede prijs.
Een erfschutter zal op verschillende doelen en op verschillende afstanden willen schieten. De mogelijkheid van een variabel zoombereik lijkt aardig, maar is voor deze afstanden niet echt nodig. Een vaste vergroting van 4x of 5x werkt prima. Wel belangrijk is de mogelijkheid om de veldlens of het objectief scherp te kunnen stellen op verschillende afstanden.
Richtkijkers voor veerbuksen moeten ook nog eens stevig zijn om de afwisselende terugslag/vooruitslag te kunnen weerstaan. Een vuurwapen geeft een veel zwaardere terugslag en toch kunnen richtkijkers deze beter weerstaan dan die van zware veerbuksen.
Er zijn verschillende variabelen voor richtkijkers. Dat is de grootte van de veldlens (objectief), de vergroting, de vorm van het draadkruis (kruishaar) en de instelmogelijkheden. Echter de belangrijkste variabele is de kwaliteit van de lenzen. Maar al te vaak vallen kopers voor overdreven grote objectieven en zoom-bereiken. Bedenk, dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Ook andere toeters en bellen als verlichte draadkruizen lijken aantrekkelijk. Zeker voor een erfschutter die op zoek is naar een lichtsterke kijker die ook in schemer te gebruiken is.
Het Objectief (Veldlens)
Het algemene idee is hoe groter hoe beter. En dat is ook wel te verklaren. Een groot objectief vangt meer licht op en dat zou moeten leiden tot meer licht uit het oculair (Ooglens). Echter grote lenzen hebben grotere afwijkingen of anders gezegd de kostprijs van lenzen van goede kwaliteit neemt exponentieel toe met de grootte. Als je dan ook nog een groot zoombereik wilt dan komen er een aantal lenzen bij. Lenzen van slechte kwaliteit geven meer lichtverlies. Het is waarschijnlijk dat er uiteindelijk minder licht uit het oculair komt dan bij een scope met een kleiner objectief en minder of geen zoombereik van dezelfde prijs.
Als je bereid bent om veel geld uit te geven voor een lichtsterke richtkijker met een groot objectief dan is er een belangrijke factor om rekening me te houden. Dat is de grootte van de uittreed-pupil (exit-pupil) en leeftijd van de schutter. Naar mate de leeftijd toeneemt neemt de grootte van de pupilopening van de ogen in donker af. Als de uittreed-pupil van de kijker groter is dan de pupil van de schutter gaat veel licht uit de kijker verloren.
In de specificaties van een richtkijker vindt je ook de diameter van de uittreed-pupil. Dit is een belangrijke waarde op rekening mee te houden als je ouder wordt en dit wordt hierna uitgelegd.
Nevenstaand plaatje laat zien dat met een uittreed-pupil van 6 mm en een oog-pupil van 4 mm 56 % van het licht uit de kijker verloren gaat. Oppervlakte “A” bereken je met de formule:
A = π x r²
(“r” = ½ x diameter)
De pupil van de ogen regelt de hoeveelheid licht die in het oog wordt toegelaten. In donker zal de pupil maximaal open gaan. De maximale pupilgrootte neemt af met de leeftijd volgens onderstaande tabel.
Waarden kunnen per persoon verschillen. De dikke streep is het gemiddelde en de dunne strepen geven de spreiding aan. Twee jonge mensen van 25 jaar kunnen in donker een behoorlijk verschillende pupil hebben. De ene ziet in donker een stuk beter dan de andere. Ook bij ouderen, maar dan is het verschil minder uitgesproken (de spreiding neemt af). Om de pupil van jezelf te weten te komen kan een vriend(in) deze bij zwak licht opmeten.
De uittreed-pupil van een richtkijker wordt berekend met de formule:
Uittreedpupil = objectief : vergroting
Voor de voorbeeld richtkijker is de uittreed-pupil bij de maximale 9x vergroting 40 : 9 = 4,4 mm. Bij de minimale 3x vergroting is deze 40 : 3 = 13,3 mm. Bij een normale instelling van de kijker op bijvoorbeeld 5 x vergroten is de uittreed-pupil 40 : 5 = 8 mm. Als de maximale pupil van de schutter 6 mm is dan heeft hij niets aan het 40 mm objectief en ziet hij net zo veel als met een 30 mm objectief. Immers 30 : 5 = 6 mm.
De moraal van dit verhaal is dat voor de oudere schutters een kostbaar groot objectief alleen zinvol bij extreem veel vergroting. Voor normaal gebruik is het weggegooid geld. Daarbij komt dat de kijker onnauwkeuriger wordt als de uittreed-pupil veel groter is dan de oog-pupil. Je hebt dan meer ruimte om scheef in het oculair te kijken. De mogelijke parallax afwijking neemt dan toe. De afwijking als gevolg van de parallax wordt verderop uitgelegd.
Omdat luchtbuksen op en rond het erf meestal gebruikt worden op afstanden tot zo’n 35 meter is een grote vergroting niet erg zinvol. Een vergroting van 4x tot 6x werkt het beste. Bedenk dat met een toenemende vergroting de hoeveelheid licht sowieso afneemt omdat je focust op een kleiner vlak en je zo minder licht vangt.
Een probleem dat door velen niet wordt onderkent is dat naar mate het objectief groter wordt het middelpunt van de richtkijker hoger boven de loop komt te staan. Hoe groter de afstand tussen loop en richtkijker hoe verder weg het optimale punt voor het instellen (zero) van de richtkijker ligt. De afstand van het optimale zero-punt is bepalend voor de bruikbaarheid van de buks en de richtkijker voor de afstand waarop je iets wilt raken. Dit wordt uitgebreid behandeld in het hoofdstuk over ballistiek.
Scherpstellen op afstanden (Adjustable Objective = AO)
Goedkope richtkijkers hebben meestal alleen een instelling voor het oculair (ooglens) en is scherpstellen van het objectief niet mogelijk. Dit zijn fixed-zero kijkers. Scherpstellen op afstanden is echter belangrijk als je op verschillende afstanden zuiver wilt kunnen schieten. Als je niet scherp stelt op het doel wat je wilt raken introduceer je een afwijking in de richtkijker. Deze wordt de parallax afwijking genoemd.
De afwijking als gevolg van de parallax kun je hiernaast waarnemen. De richtkijker van de boordschutter hiernaast is niet goed ingesteld en je kunt duidelijk de afwijking zien als de schutter niet recht in de scope kijkt.
Je kunt het met je eigen buks ook waarnemen als je luchtbuks vastzet (op een geweersteun) en je het beeld met het objectief een beetje onscherp maakt. Als je nu in de richtkijker kijkt en je beweegt je oog (links en rechts of op en neer) ten opzichte van de oculair (ooglens) dan zie je het draadkruis verschuiven over het doel. Als je nu het doel scherp stelt dan zou het draadkruis niet meer mogen verschuiven over je doel. Scherp stellen is lastig en vergt oefening. Het beeld kan op het oog best scherp zijn terwijl de parallax toch niet goed is ingesteld. Als je dan scheef in het oculair kijkt dan heb je een afwijking die tot een paar cm kan oplopen.
Bij een goede kijker is er geen parallax-afwijking als je het beeld met het objectief scherp gesteld hebt (en als je oculair goed is ingesteld). Je kunt dan globaal de afstand aflezen op stelring voor het objectief. Het fenomeen parallax is lastig te begrijpen en daarom komen we daar in de volgende paragraaf uitgebreid op terug.
De vergroting (zoombereik)
Bovenstaande voorbeeld richtkijker heeft een instelbaar objectief (AO) van 40mm en een zoombereik van 3-9x vergroting. Voor de erfschutter is de mogelijkheid om te kunnen inzoomen handig voor het scherpstellen. Als je helemaal inzoomt kun je gemakkelijker scherpstellen omdat je het doel beter ziet. Daarna zet de het zoombereik weer op je voorkeursinstelling. De voorkeursinstelling is voor ieder verschillend en ligt meestal tussen 3x en 6x vergroten.
Het draadkruis (of kruishaar of reticle)
Er zijn vele soorten draadkruizen en daarachter zit vaak een lang verhaal. De afbeelding laat een “MAP6” draadkruis zien. Advies is om een draadkruis te kiezen waarin op de verticale draad markeringen zitten die je kunt gebruiken voor het corrigeren. Als je een doel wilt raken dat dichter bij is dan de afstand waarop de richtkijker is ingesteld (Zero) moet je meestal iets (1 of 2 puntjes) hoger mikken. Verderop wordt uitgelegd hoe dat werkt.
De kwaliteit
Het is al genoemd, maar de kwaliteit is zo belangrijk dat wij het nog eens onderstrepen. De markt wordt overspoeld met inferieure richtkijkers, die hoog opgeven over hun specificaties als grootte van het objectief, zoombereik en andere toeters en bellen als verlichte draadkruizen. Sommige maken er een kermis van door ook laserrichters en lampen in combinatie met de richtkijker aan te bieden.
Advies: Gebruik een richtkijker die bedoeld is voor luchtbuksen. Zorg ervoor dat er een scherpstelling voor afstand (objectief) op zit die begint op minimaal 10 meter. Koop geen groter objectief dan nodig. Koop een scope van een goed merk. Bedenk dat het zinloos is om veel geld uit te geven voor een nauwkeurige luchtbuks en deze dan te voorzien van een slechte (of verkeerde) richtkijker.
Richtkijker monteren en instellen
De richtkijker moet zo laag mogelijk boven de loop gemonteerd worden. Er zijn daarvoor verschillende montageringen. Afhankelijk van de grootte van het objectief kun je kiezen voor lage, middelhoge of hoge ringen. De meeste luchtbuksen zijn voorzien van een 9mm of 11mm zwaluwstaartrails (Dovetail). Op deze rails ga je eerst de ringen losjes plaatsen. Bij het inleggen van de kijker moet e.e.a. zodanig gepositioneerd worden dat het oculair van de kijker ongeveer op het midden van de pistoolgreep van het geweer ligt. Je moet de kijker nog wel wat vooruit of achteruit kunnen schuiven.
De kijker instellen op het oog is de volgende stap bij het in gebruik nemen van een richtkijker. Kijk in de kijker en zoek het punt waarbij het beeld mooi volledig is. Schuif de kijker eventueel iets voor of achteruit om een comfortabele positie voor het hoofd te vinden. Zet de ringen en daarna de kijker in de ringen vast en let er op dat de richtkijker recht op de luchtbuks zit. Je kunt dit perfect uitmeten door het geweer loodrecht op een geweersteun te zetten en de richtkijker in te stellen op een peillood (= stukje touw met een gewichtje dat je ophangt). Draai de boutjes om en om aan totdat alles vast zit. Niet te strak, want vast is vast.
De volgende stap is om het oculair scherp te stellen op het oog. Zet de kijker op maximaal zoombereik en richt de kijker op een wazig (wolken) of egaal (een deur of muur) oppervlak. Kijk in de kijker en stel alleen het draadkruis scherp met de instelling van het oculair. Het wazige of egale vlak voorkomt dat je oog wil gaan scherpstellen op het zichtbare beeld. Je zult merken dat het best lastig is om het oculair goed in te stellen omdat je oog het beeld zelf scherp stelt. Je kunt dat voorkomen door steeds je oog te sluiten en dan maar 1 seconde te kijken. Als het beeld direct scherp is dan staat hij goed.
Dan ga je de richtkijker testen door de scope op maximaal zoonbereik te zetten en te richten op een voorwerp op de schootsafstand waarop je zou willen schieten. Stel nu het beeld scherp met de instelling van het objectief (veldlens). Zoom nu uit tot ongeveer 4x vergroting. Als het goed is zie je nu zowel het voorwerp en het draadkruis scherp. Hopelijk wordt je gelukkig van het scherpe en heldere beeld dat je nu ziet. Als dat zo is dan heb je een prima richtkijker.